vrijdag 8 augustus 2008

Het laatste stukje Australie

Woensdag, 30 augustus,

JK: We hebben er deze dag maar een ontspannend dagje van gemaakt. We stonden niet te vroeg op. Adrian moest eerst naar de dokter. Hij had een oproep gekregen, waar hij nogal zenuwachtig voor was. Later op de morgen kwam hij opgelucht terug. Er bleek niet veel aan de hand te zijn, al was zijn cholesterol wat aan de hoge kant. Afvallen zou heel goed voor hem zijn, wat wij eigenlijk ook al hadden geconstateerd. Adrian besloot om daar zo gauw mogelijk aan te beginnen. Wij vermaakten ons op het strand en in de zee. Na een paar uur verscheen Adrian met de lunch. Die maakten we klaar op de BBQ in het park. De barbecues worden daar door de gemeente geplaatst en iedereen kan die kosteloos gebruiken.
Na de lunch gingen we naar de stad om enige souvenirs in te slaan, wat maar moeizaam ging. Wel vonden we in een kunstwinkel een prachtig schilderij van een aboriginal. Dit sprak ons beiden aan en wij besloten dit voor ons zelf aan te schaffen. Geen goedkoop cadeautje, maar wel heel erg mooi. Het stelt de “Circle of Live” voor. Krokodillen, vissen, een slang. We kregen een foto van de kunstenaar mee en de belofte dat deze ons ook nog de uitleg zou sturen.

Wij hadden nog wat tijd over en wandelden nog een poosje over de nightmarket, waar het flink druk was. Veel souvenirshops en verkopers die je onmiddellijk aanspraken als je een blik in de richting van hun waar wierp. Erg irritant.
Om zeven uur waren we bij het restaurant Splash, waar we met John Hartwell hadden afgesproken. Ook John was keurig op tijd. Voor ons op straat werd een automobilist klemgereden door de politie en afgevoerd. Wij dachten eerst nog dat John een show voor ons had geregeld, maar dit blijk puur toeval te zijn. John had zijn partner, Noelleen, meegenomen. Ook had hij nog een andere collega meegenomen, die ook lid van de IPA was. Adrian wist in de loop van de avond ook John in de IPA te praten, waarmee zijn avond geslaagd was.
Na enige alcoholische consumties werden de verhalen steeds mooier en werd het erg gezellig. Toen het personeel de stoelen op de tafels ging zetten besloten we dan toch maar te vertrekken. Wij beloofden elkaar dat we contact zouden houden en John was van plan om volgend jaar naar Europa te gaan en wilde zeker Fryslan aandoen.

Adrian bracht ons weer thuis en wij bespraken nog even de avond. Wij waren echter allemaal behoorlijk moe en waren dan ook op tijd in bed.

Donderdag 31 juli
Eve: We hebben vanmorgen heerlijk uitgeslapen. Na het ontbijt ben ik an het wassen begonnen. Het lag eerst in de bedoeling om dat niet te doen, maar JK wilde graag zijn bluwe broek an in het vliegtuig en die was vies geworden. En als je dan toch moet wassen kun je net zo goed de rest ook doen.
Ondertussen begon JK de uto uit te laden en alles schoon te maken. De auto zzag er weer leelieblank uit. Zonde eigenlijk, het leek zo stoer zo'n vieze auto.Je kon precies zien hoe diep we door het water waren geweest.
Toen was het tijd om de auto in te leveren. We moestn hiervoor naar Trinity Beach, want daar woondee de man van de garage en het was de bedoeling om het voertuig bij zijn huis af te geven. Hij vertelde dat hij zelf de auto weer naar Sydney zou brengen. Daar nam hij een paar dagen vrij voor.
Op de terugweg reeden wwe even met de auto van Adrian, die met zijn auto met ons mee was gereden, naar de K-markt om te zieen of ze nog een Billy hadden staan. We hadden onze gebruikte Billy weggegooid en wilden een nieuwe kopen als souvenier. Maar helaas, geen Billy te vinden. dat betekende dt we morgenvroeg nog zouden moeten kijken in Cairns.
Adrin moest nog een jongen van het vliegveld halen. dit ws en zoon van een paar vrienden van Adrian. Pa was jarig en als verssing zou de zoon op z'n verjaardag overkomen uit New Castle. Dee jongen ging zolang mee naar het huis van Adrian waar we lunchten. We hadden ondereg lekkere broodjes gekocht en die belegden we met stukjes overgebleven koude kipfilet van gisteren en allerlei verse zaken. Wat honingmosterd er over en een glas melk er bij. Heerlijk.
Adrian moest nu naar het feestje van zijn vriend om de zoon af te leveren. Wij gingen nog een poosje naar het strand. Het was wat frisser dan gisteren en dus bleven we nieet zo lang. We dronken nog een capucinno bij Malcolm, zols we o vaak hadden gedaan en gingen daarn naar huis. Hier namen we wat foto's van het huis en ook nog een close-up van eeen spin ( golden orb ).
Na thuiskomst van Adrian gingen we naar de stad. We hadden een afspraak in de ”Cock and Bull”.Tom en Ann stonden al te wachten. Ze hadden hun kleinzoon Michael ook meegenomen, samen met zijn vriendin.
Deze zaak was erg vol. Je moest op lange banken zitten aan een lnge tafel. Je kon uit twee menukaarten kiezen. Als je dan je keuze had gemaakt, moest je in de rij gaan staan bij een balie en je bestelling doorgeven. Het was alleen een vreselijk systeem, want als je niet wist in welke rij je moest staan, dan kon je na een kwartier wachten gewoon weer opnieuw in de andere rij beginnen met wachten tot je aan de beurt bent. Daarna krijg je een zendertje mee dat er uit ziet als een mobiele telefoon. Als dat ding afgaat kun je je eten ophalen.
We baalden een beetje van deze tent. Het was er erg lawaaierig en de bediening was er dus niet. Het eten was niet speciaal en je zou verwachten dat de prijzen er dan ook naar zouden zijn, maar dat was niet zo. Je betaalde veel. Eigenlijk te veel. Tom en Ann hadden als eerste hun eten en begonnen maar direct voor het koud werd. Wij moesten zeker nog een half uur wachten. De kleinzoon en zijn vriendin wachtten zelfs nog langer. Wij hadden al bijna ons eten op toen zij nog eens moesten beginnnen. Niet echt gezellig dus. Doordat er zo'n lawaai was konden we elkaar ook niet zo goed verstaan en werd praten met elkaar erg lastig. We bleven daarom niet zo lang na het eten, want Tom was erg moe. Hij vertelde dat hij morfine had moeten innemen om die avond aanwezig te kunnen zijn. We namen hartelijk afscheid en beloofden met elkaar in contact te blijven. Tom was er van overtuigd dat hij nog eens naar Europa zou komen en dan kwam hij zeker naar Friesland. Wij hadden zo onze twijfels.
Hierna gingen we terug naar huis en na nog wat nakletsen gingen we naar bed.


Vrijdag 1 augustus.
Eve: Om in het vliegtuig goed te kunnen slapen, besloot ik om die morgen met Adrian te gaan wandelen langs het strand. Zijn buurvrouw was er ook en we wandelden helemaal tot aan de kreek. We hadden de pas er goed in en ik moest me erg aanpassen, want om in dat mulle zand te stappen was ik nog niet gewend. We dronken een kopje koffie bij Malcolm en gingen daarna naar huis.
JK was ook wakker en we begonnen met inpakken. Dat stelde niet zo veel voor. Alles wat in de slaapkamer ligt moet mee, behalve de handdoeken, want dat waren hele oude en die lieten we achter. De duiklamp ging dit keer in de rugzak mee en het schilderij kreeg een plekje in de grote tas onder op de bodem. We legden onze kleding er om heen, zodat het niet meer kon verschuiven.
Na dit alles werd de auto van Adrian ingeladen en reden we naar de stad. We hadden in het begin dat we in Cairns waren in een winkel een paar leuke coolers gezien, maar daarna konden we ze niet weer vinden. Vandaag zouden we nog een poging doen. Adrian wist nog waar een winkel was met campingartikelen i.v.m. onze Billy. Maar toen we bij de plek van de winkel kwamen, bleek daar een restaurant gebouwd te zijn. Dus dan maar geen Billy. De coolers vonden we uiteindelijk in een van de vele souvenirshops.
We gingen naar de auto om een plekje te zoeken voor de lunch. Toen kreeg Adrian een ingeving. Hij wist nog een winkel met campingartikelen en hij reed ons er heen. En ja hoor, daar stonden ze in allerlei groottes en nog verschillende modellen. Wij kozen degene die we ook tijdens de vakantie hadden gebruikt.
Hierna werd het tijd om te lunchen. We wilden toch een beetje op tijd op het vliegveld zijn. Daar we ons al hadden ingecheckt, hoefden we niet twee uur van te voren aanwezig te zijn. Ons vliegtuig zou om kwart over drie vertrekken.
Het nam nogal wat tijd om een parkeerplaatsje te vinden, maar na een half uurtje rondrijden vonden we er een. We lunchten buiten, want het was stralend weer. We moesten in de schaduw zitten, want we waren gekleed voor het vliegtuig, wat betekent dat we een lange broek aanhadden. De lunch was lekker. Gebakken garnalen met frietjes en een salade.
Toen werden we naar het vliegtuig gebracht door Adrian en namen we afscheid van hem. Hij ging niet mee naar binnen, want dan zou hij zijn auto in een parkeerhaven moeten zetten. We beloofden contact te houden en als hij in Nederland kwam moest hij zeker bij ons komen, zodat we hem ook onze gastvrijheid konden laten meemaken.
We gaven onze bagage af bij de balie en deze zaten samen op 39,5 kilo. Precies goed. Maar goed dat er een aantal zaken niet zijn ingepakt, anders hadden we overgewicht gehad.
We wachtten een tijdje en gingen toen door de poortjes op weg naar de gate. Daar moesten we weer wachten, maar dat was niet zo erg. Je kon hier mooi alle vliegtuigen zien komen en gaan, wat toch altijd wel erg speciaal is. Om half drie konden we al aan boorden precies om kwart over drie stegen we op. We zagen onderweg nog mooi Yorkey’s Knob en de kustlijn van Queensland. Daarna stegen we zo hoog en kwamen we boven de wolken, zodat er niet veel meer te zien viel. We kregen aan boord een maaltijd geserveerd, die eigenlijk nog niet echt aan ons besteed was omdat we een uitgebreide lunch hadden gehad.
Na zeven uur vliegen landden we om half acht plaatselijke tijd in Hong Kong. Hier moesten we weer een aantal uren wachten. Dit keer wisten we wel de weg en konden we direct de weg vinden naar het treintje dat ons naar het andere gedeelte van de luchthaven bracht waar de winkels zijn. Ook daar bleek onze gate te zijn voor vertrek naar Amsterdam. We namen wat te drinken in een van de restaurants en wachtten geduldig onze tijd af. Ik had nog een leuk boek gevonden in het Engels voor Irene. Kan ze mooi lezen voor haar studie Engels. Er was in de winkels al veel kleding te koop van de Olympische spelen.
Om vijf over twaalf vertrok ons vliegtuig richting Amsterdam. We konden weer een heleboel mensen verstaan, want het waren bijna allemaal Nederlanders. Aan boord kregen we Souper geserveerd. Eigenlijk wilde ik al slapen, maar dan is de nacht wel heel erg lang. Maar na het eten gingen de lampen uit en probeerden we te slapen. Af en toe lukte dat, maar deze vlucht was wat betreft het slapen lastiger dan de heenreis. Om vier uur plaatselijke tijd werd ik wakker. Er waren al meer mensen wakker en toen begon het geloop richting toilet. Dat je dan even moet wachten is niet erg, want dan kun je even je benen strekken. We hadden weinig turbulentie gehad onderweg, dus konden we spreken van een voorspoedige reis. JK had overigens onze stoelen van te voren geboekt, zodat we zeker wisten dat we boven de vleugel zouden zitten. Volgens onze neef Toby zit je daar het best als er veel turbulentie is. Eens zaten we helemaal in de staart, maar dat was een en al ellende. Ieder hikje van het toestel voel je daar.
Om half zeven landden we in Amsterdam. De bagage liet erg lang op zich wachten, maar eindelijk konden we Irene en Anton in onze armen sluiten.
Vakantie is leuk, maar thuiskomen nog fijner!

woensdag 6 augustus 2008

Vanaf 29 juli



Dinsdag 29 juli

Eve: Ik was van morgen al vroeg wakker. Adrian zou samen met een buurtgenoot om acht uur gaan wandelen langs het strand. Ze hadden mij ook uitgenodigd en dus stond ik op en deed mijn wandelschoenen aan. Maar Adrian was nergens te bekennen toen ik in de kamer kwam. Ook toen ik mijn ontbijt al had gehad was er nog geen teken van leven. Ik besloot om dan maar alleen naar het strand te gaan. kon ik ook even een sprintje trekken. En dat voelde heerlijk. In geen weken had ik iets met hardlopen gedaan en nu zo langs het strand te rennen voelde geweldig. Bij het eindpunt kwam ik Adrian tegen met zijn buurtgenoot. Ze hadden die avond ervoor nog contact gehad met elkaar om een half uur later te starten. Vandaar.
Bij thuiskomst lag JK nog lekker te ronken. Hij was verbaasd dat ik al weer terug was.
Na het ontbijt bracht Adrian ons naar Tom Bown en zijn vrouw Ann. Zij waren 16 jaar geleden degenen die zich over ons ontfermden als IPA-leden. Wij kenden toen niemand hier en ons vliegtuig kwam 's nachts aan. Hij en een collega hebben ons ( het hele gezin ) toen opgepikt en naar het hotel gebracht. De volgende ochtend werden we op de koffie verwacht en zo hebben we Ann ook leren kennen. Ze waren nu natuurlijk 16 jaar ouder net als wij. Tom liet ons schrikken, want hij zag er erg slecht uit. Heel bleek en hij moest een tube dichtdrukken bij zijn keel,want daar zat een gat. Hij had een hersenoperatie gehad en mistte ook nog eens al z'n tanden. Maar hij was vol energie aan het praten net als zijn vrouw. De vorige keer heeft hij ons zijn verzameling politiespullen laten zien. Een hobby van hem toen. Hij is er echter heel fanatiek mee doorgegaan, zodat ze een zeecontainer bij hun huis moesten plaatsen om alle spullen op te slaan. We spraken een avond af om uit eten te gaan en namen afscheid.
Adrian bracht ons vervolgens naar de Skyrail. Een soort stoeltjeslift die boven over het regenwoud gaat. Onderweg kun je twee keer uitstappen bij een station om daar dingen te bekijken. Bij het begin gingen we eerst even lunchen. Daarna in de Skyrail. Dat was adembenemend. Een hele aparte ervaring om daar zo boven de boomtoppen te hangen. Het was ook heel stil. JK en ik zaten samen in een cabine. Het was niet druk en daardoor hadden we bij het eerste station het geluk om direct met een gids mee te kunnen gaan, die ons het een en ander vertelde tijdens de wandeling over de boardwalk. Een wandeling
over planken op de bodem van het regenwoud. Op het eind stond een namaak kasuaris. De gids legde uit dat dit dier heel belangrijk is voor een heleboel plantensoorten. Het is zo dat sommige planten afhankelijk zijn van de spijsvertering van dit dier. Niet eerder dan wanneer het door de kasuaris is gegeten kunnen bepaalde planten zich ontwikkelen. Als dit dier uitsterft dan sterven er dus ook een heleboel kasuarisafhankelijke plantensoorten uit!
Het tweede station had een aantal look-outs voor de Barronfalls. De waterval stelt in de winter niet zo veel voor, maar gelukkig hadden ze een afbeelding erbij zodat je een idee hebt hoe het er aan toe gaat als het zomer is in het natte seizoen. Bij dit station zat ook informatiecentrum waar je alle dieren en planten kon bekijken via computerschermen. Heel leerzaam allemaal. Als je na die tijd er dan weer overheen gaat in de cabine realiseer je je dat al die dieren tussen al die planten moeten zitten. Een aantal vogels zagen we wel, maar de rest bleef ongezien.
De laatste halte was bij het plaatsje Kuranda, waar we 16 jaar geleden ook geweest zijn met onze kids. Toen gingen we er met een oude stoomtrein naar toe. Inmiddels was het kwart over drie en blijkbaar hadden de winkeliers al genoeg geld verdiend, want die pakten al op. Wij kochten hier nog even een paar leuke coolers en belden toen Adrian, die al onderweg bleek te zijn. Niet lang daarna zaten we weer in de auto op weg naar huis.
Een vriend van Adrian kwam even buurten en dronk een biertje. Daarna ging het weer richting werf om de sunset te bekijken. Het begint al een aardige gewoonte te worden.
Adrian had rijst opgezet, dus konden we niet zo lang blijven. Ook had hij een afspraak om half acht en dus moesten we op tijd eten. Kip met rijst dit keer.
Wij bekeken een film over duiken ( Men of honour ). Greg had een stel uitgenodigd om de nacht hier door te brengen, want ze wilden gaan kamperen. Het zou vannacht heel koud worden ( 3 graden C ) en dat was volgens Greg te koud. Dus werden er twee bedden opgemaakt en kon er gelogeerd worden.
Wij gingen na thuiskomst van Adrian ook niet zo laat naar bed.

dinsdag 29 juli 2008

Daintree River


Evertje in vliegtuig


Cape Tribulation


Vanaf 26 juli

Zaterdag 26 juli
Eve: Ons ontbijt gebruikten we in de campkitchen. Daardoor waren we sneller
met inpakken klaar. Onze buurman, JP, kwam even een praatje maken voordat we weggingen. “See you later” is hier heel gewoon.
De Bloomfieldtrack was weer heel mooi om over te rijden. Door de regen was de weg aardig kapotgereden een werd het af en toe weer echt 4WD. Hoge pieken en diepe dalen en een net opkomende zon, die voor lange schaduwen zorgde, maakt het een intensieve tocht. Onderweg maakten we een uittstapje naar de Bloom-field watervallen. We zouden daar krokodillen kunnen zien liggen in de rivierbedding. Toen we naar de watervallen moesten wandelen, bleek dat door zo'n rivierbeddding te gaan. We gaven onze ogen goed de kost, maar voelden ons toch niet helemaal happy, gezien de ervaring van de vorige dag. De waterval was echter heel spectaculair en wij vroegeen ons dan ook af waarom niet meer mensen daar naar toe gaan. Het was een hele hoge en hij kwam met razend gedonder naar beneden. Dit was de meest interessante waterval die we tot nu toe hadden gezien.
Na een uur op de Bloomfieldtrack kwamen we aan bij Cape Tribulation. Langs de kant van de weg stonden allerlei kiosken, waar je spullen kon kopen. We gingen bij een informatiedesk vragen wat er allemaal te doen was op die plek. We kregen een plattegrond van de omgeving en konden toen gemakkelijk Cape Tribulation vinden. Maar eerst een lekkere cappucino van de kiosk er naast. Onze buurman van die ochtend parkeerde zijn auto naast die van ons. Even weer kletsen dus.
We moesten even een klein eindje terug en dan van de weg af. Alle paden waren gemaakt van beton, dus een gemakkelijke wandeling. Cape Tribulation had een mooie ronde baai. We gingen eerst naar de outlook om wat foto's te maken. Daarna naar het strand waar we onze buren weer tegen kwamen. Lillian begon een lang verhaal over allerlei vrienden, JP vond dat we het druk hadden en ik vond dat hij gelijk had. We moesten nog met de ferry en de vorige keer duurde dat erg lang.
De weg naar de ferry was geweldig. Dwars door het regenwoud met smalle doorgangen een kronkelige wegen.
Bij de ferry was het niet zo druk. De holiday's van de Aussies was voorbij en dus waren er minder auto's op de weg. Daarna ging het snel naar Port Douglas.
In Port Douglas reden we direct naar Pandanus Caravanpark, dezelfde camping als de vorige keer. We konden op plaats 17 dit keer onze auto parkeren. Ze hadden de paaltjes vernieuwd en er zelfs een aantal bij gezet, zodat er nog meer kampeerders konden staan. Dat hield wel in dat we heel dicht bij onze buren stonden. Het leek meer op een parkeerplaats dan een kampeerplaats. Ruimte voor tafel en stoelen was er niet. Maar we konden ook hier weer gebruik maken van de kampkeuken en dat scheelde veel uitgepak.
Al vroeg gingen we lopend naar de stad om eens lekker op ons gemak rond te kijken. Ik vond een leuk cadeautje voor Irene. Verder zijn we op zoek gegaan naar een nieuwe video-tape, want onze tweede band raakt al aardig vol.
Ons diner hadden we weer in “The Combined Club”, waar we een mooi plekje hadden met uitzicht over het water. We maakten een aantal opnames van de boten, waaronder onze eigen boot voor morgen “Silversonic”.
Na onze wandeling naar de camping, kwamen we een Canadees stel tegen in de kampkeuken. Ze waren op Honeymoon en reisden supersnel door heel Australie.
Toen was het tijd om naar bed te gaan. Morgen zou het mooi weer worden.


Zondag 27 juli

JK: De morgen was fris maar de zon scheen en het leek een prachtige dag te worden. Ruim voor 8 uur waren we klaar en op weg naar de haven. Na het inchecken hadden we nog even tijd om wat rond te snuffelen in de winkel, maar al gauw konden we aan boord.
Het weer was geweldig, de zee was nauwelijks in beweging en de lucht was helder blauw. Werkelijk een prachtige dag. Ook dit keer gingen we naar het outerreef naar Agincourt. De eerste duik was op The Gap. Dit was ook gelijk weer de diepste duik, ongeveer 20 meter. Ook op die diepte waren de kleuren prachtig. Anders dan in een Nederlands meer kun je hier gewoon heel erg ver zien. Ik had deze keer een fotocamera gehuurd en was er druk mee om achter allerlei vissen aan te zwemmen en de mooiste stukjes koraal te vinden. Evertje had even moeite met het klaren van haar oor, maar na een poosje kon ze gewoon naar 20 meter duiken. Ik denk dat ik zoń 80 fotoś had gemaakt, toen mijn meter aangaf dat ik op 50 bar zat. Evertje was precies net zo ver en wij werden door de divemaster naar het oppervlak verwezen.
Weer aan boord besloten we om niet de tweede, maar de derde duik te pakken. Dat gaf ons de tijd om even lekker van de zon te genieten. Ook konden we rustig genieten van een bijna overdadige lunch. Garnalen, salades, pasta's, vlees, brood. Er was van alles.
Op het voordek zaten we uit de wind en het was er heerlijk. Ik had dan ook niet in de gaten dat mijn benen behoorlijk aan het verbranden waren, daar kwam ik 's avonds pas achter.
Onze volgende en laatste duik maakten we op de Nurserie Bombie. Deze had inderdad de vorm van een op zijn punt staande vliegtuigbom. Een enorme kolom, waarop allerlei vormen van koraal waren gegroeid. Alleen al het koraal was de moeite van de duik waard, maar ook het aantal vissen, dat hier rondzwom, was geweldig. Er doken nog een paar verpleegsterhaaien op. Deze zijn niet gevaarlijk en waren ook op een vrij grote afstand. Verder zagen we barracuda's, clownvisjes en een heleboel andere soorten, die we nog maar eens op moeten zoeken.
Om een uur of half drie waren we weer boven water en konden we ons opmaken voor de terugtocht. Om half vijf precies waren we terug in Port Douglas, waarna we de reis naar Yorkeys Knob in Cairns begonnen. De enige stop die we hadden was in Mossman, om de banden weer een beetje op spanning te brengen. Met zulke slappe banden op asfalt rijdt niet echt lekker.
Om zes uur waren we weer thuis en Adrian begroette ons met een welgemeend: “Welcome home”.
De eerste actie was een wandeling naar de werf, waar we eerst maar even bijpraatten onder het genot van een biertje. Adrian verzorgde daarna een heerlijk diner, waarna we het niet lang meer opzaten. Duiken maakt toch wel moe.

Maandag, 28 juli

Wij sliepen deze morgen eerst maar eens uit. Een bed is toch wel prettiger om in te slapen dan in de tent op het dak. Wij konden ook uitgeb reid de tijd nemen om rustig te douchen en te ontbijten. Adrian was op het strand wezen wandelen en wist ons te melden dat het een geweldige dag zou worden. De zee was als een spiegel en de lucht was helder blauw. Een duik in zee was geen slecht idee. Bij Yorkeys Knob is een van de weinige mogelijkheden om in zee te zwemmen. Men heeft hier een deel tussen boeien met haaiennetten afgezet. Er is bovendien een strandwacht. Het is niet helemaal een garantie dat er geen nare beesten zitten, maar de kans is erg klein. Een ouder echtpaar, dat geemigreerd was naar Sydney en afkomstig was uit Canada, kwam bij ons zwemmen. Wij waren dan ook de enige badgasten. Adrian legde de nieuw aangekomenen uit dat de netten niet volledig dicht waren, maar min of meer op de vaste routes van haaien waren aangebracht. Bovendien vertelde hij dat ze zich meer ongerust moesten maken overde krokodillen, die in de nabijgelegen creek volop aanwezig waren en zich ook over het land konden verplaatsen. Na deze voorlichting hadden wij de zee binnen enkele minuten weer voor ons drieen. Het oudere echtpaar ontwikkelde een voor hun leeftijd respectabele snelheid op weg naar het strand.
Wij bespraken de mogelijkheid van een scenic flight met Adrian en hij gaf aan dat de kans dat er betere dagen voor het vliegen zouden komen gering was. Wij verlieten daarop het water, douchten ons op het strand en namen eerst nog maar even een cappucino op het terras.
Vervolgens zochten we op het internet een vliegmaatschappij, die scenic flight deed. Wij vonden een vrij kleine onderneming, die niet echt duur was. Evertje en ik besloten om ook een vlucht aan te bieden aan Adrian, die eerst weigerde, maar uiteindelijk toch meeging. Hij reed ons naar het vliegveld, waar we geruime tijd moesten wachten. Uiteindelijk kwam er een vliegtuig en een piloot, waarna we gewogen moesten worden. Wij bleken met z'n drieen te zwaar te zijn voor dit vliegtuig, er moest dus eerst een ander vliegtuig worden gehaald. Dit zou vijf minuten duren en na twintig minuten kwam er dan ook een ander vliegtuig. Om drie uur stegen we op en vlogen richting zee. Al gauw waren we boven het rif en de piloot bleef zolaag mogelijk vliegen. Hij varieerde de hoogte tussen 500 en 2500 voet. Het zicht was geweldig en we konden de diverse riffen goed onderscheiden. Het water was glashelder en in de ondiepten kon je gemakkelijk de bodem zien. Af en toe was er een mantelrog zichtbaar en de kustlijn was goed te zien. We bleven boven zee vliegen tot aan Cape Tribulation, waarna we vlak langs de kust terugvlogen. We volgden min of meer de weg, die we de dagen ervoor hadden gereden. De vlucht was werkelijk een highlight en was zeker het geld waard. De piloot vertelde af en toe wel iets, maar het lawaai in zo'n klein vliegtuig is erg hard en praten was dan ook niet echt gemakkelijk. Wij vlogen terug over Yorkeys Knob, maar ons logeeradres bleek amper te zien te zijn. Het ging min of meer op in het regenwoud.
Ruim na vier uur landden we weer op het vliegveld. Na wat foto's gingen we weer op weg naar huis, om eerst maar onze dorst te lessen. Daarna gingen we van de zonsondergang genieten op de werf.
Het belangrijkste deel van het diner, dat Adrian verzorgde, bestond uit een enorme T-bone. Hij had die op de BBQ klaar gemaakt en hij was heerlijk mals. Weer lekker eten dus.
De avond werd gebruikt om even bij te praten en wat tv te kijken, waarna we vroeg ons bed opzochten.

zondag 27 juli 2008