vrijdag 18 juli 2008

14 juli t/m 16 juli

maandag 14 juli

JK: De vorige avond hadden we ons kampvuur gedeeld met Ian en Robin. Het broodbakken was mislukt. Het deeg was niet gerezen. Er was een tweede mislukking nodig om uit te vinden wat er fout ging. Om het me gemakkelijk te maken hadden we brood mix meegenomen in de veronderstelling dat dit een kant-en-klaar pakket was. Uiteindelijk bleek er geen gist in te zitten, die moest worden toegevoegd. Foutje dus.
De maandagmorgen waren we vroeg op. Er moest nog wat worden geregeld. Ons drinkwater was niet van goede kaliteit, er zat drap in. We moesten dat dus vervangen. Dat bleek geen probleem te zijn. Ook de diesel moest worden aangevuld. $2,30 betaalden we er nu voor. Nadat alles was vastgesjord reden we de Old Telegraph Line op. Dit is een echte 4WD route en enige ervaring op dat gebied is wel van belang om deze route te nemen. Al bij de eerste creek moesten we beslissen of we dit wel wilden. Hoewel er weinig water in de creek zat was het toch vrij pittig. De helling was steil en glibberig. Evertje filmde dit avontuur en ik was uitverkoren om dit eerste avontuur aan te gaan. Langzaam voorover laten zakken en voorzichtig gas geven in de eerste versnelling van de lage giering. Even ging het zo recht naar beneden dat het leek dat de auto over de kop zou slaan, maar dat was meer het gevoel. Eenmaal beneden was er geen probleem en wij vervolgden naar Creek nummer twee. Ons was aangeraden om deze zoveel mogelijk links te houden, aan gezien het in het midden erg diep was. Ook links bleek het diep te zijn. Tot over de treeplanken gingen we erdoor, maar ook hier bleek de Troopy moeiteloos door te komen. Zo ging het creek na creek. Ook Evertje kreeg het stuur in handen en moest een paar lastige oversteken maken. Elke creek heeft zijn eigen kenmerken. Meestal stonden die in ons boek al beschreven, wat het iets gemakkelijker maakte.
Rond13.00 uur kwamen we bij de Gunshot bypass. De Gunshot creek staat bekend als een gevaarlijke en glibberige oversteek. Wij hadden echter gehoord, dat er een paar bypasses waren gemaakt, die een stuk eenvoudiger waren. Na enig overleg besloten we de Gunshot te nemen. De weg er naar toe was al een avontuur. Hele stukken weg waren weggewassen. Soms hing je zo scheef dat je het gevoel had dat je om ging vallen. Steeds ging het goed. Bij tegenliggers moesten er wat manoeuvres woren gemaakt om langs elkaar heen te komen. Aangezien we geen radio hadden kwamen deze tegenliggers ook steeds erg onverwacht. Uitkijken dus. We reden een gemiddelde snelheid van 10 of 12 km per uur.
De Gunshot Creek bleek niet meer zo gevaarlijk als voorheen. Wel bestonden de oude hellingen nog, maar die werden niet meer gebruikt. Deze waren dan ook bijna loodrecht naar beneden uitgesleten.
Het afzakken in de creek moest wel voorzichtig gebeuren. Stap voor stap en het gevoel van over de kop slaan negeren. Ook dit overleefden we. Een volgende creek moest vlak achter een waterval overgestoken worden. Deze was diep en glibberig en het laatste stukje was niet helemaal te overzien. Op de gok gingen we door dit laatste deel heen en dat was inderdaad dieper dan we verwachtten. Het was een en al steen en de onderkant van onze auto raakte wel het een en ander. Toch kwamen wij zonder noemenswaardige problemen aan de overkant.
Na deze laatste oversteek werd het tijd voor het zoeken naar een kamp. Dat vonden we bij Saylors creek. Er was hier zelfs een shelter gebouwd. Hout was er genoeg en een kampvuur was dan ook vlug aangelegd. Wij bleken de enigen te zijn die hiervan gebruik maakten deze nacht. Een privecamping dus.
Bij het opzetten van het kamp misten we plotseling de headlights. Die waren 's ochtends op het reservewiel gelegd boven op de auto. Evertje had ze niet gezien en ze daroom niet in de auto gestopt. Ze keek weinig hoopvol toch maar op het dak van de auto in het reservewiel en daar lagen ze nog steeds. Al gauw ging de zon onder en maakten wij ons eten klaar. Ook hier kwam de campoven weer van pas. De avond gebruikten we om onder het genot van een drankje plannen voor morgen te maken. In ieder geval wilden we naar Bamaga en Seisia om onze voorraden aan te vullen. Dan stond de Tip (Cape York) op het programma. Ook wilden een bezoek brengen aan Thursday Island.

Dindag 15 juli

Vanmorgen met de zon opgestaan, dat houdt in om kwart voor zeven. Op ons dooie gemak deden we al bijna routinematig de dagelijkse zaken. Vuur maken, billy erin en thee zetten. Uiteraard wassen en aankleden en een ontbijtje.
Om 07.45 uur zaten we in de auto op weg naar de Fruitbatfalls. Die waren een klein stukje van de weg af en wij brachten daar een half uurtje door. Het was bewolkt en wij hadden geen zin om zonder zon te zwemmen.
Door naar de Jardin river. Daar kun je niet zelf oversteken. Te diep en veel krokodillen. Er vaart een veerboot, waar je 88 dollar voor neer moet tellen. Wel zitten er dan gelijk vergunningen voor aboriginalgebied bij, maar het blijft een hoop geld. Na de overtocht door naar Bamaga voor een kop cappucino en vervolgens door naar Seisia. Het bleek dat wij niet eerder naar Thursday Island konden dan donderdag. Misschien heeft het met de naam te maken. De boot was vol. Wij moesten dus wat plannen aanpassen. Wij boekten voor donderdag en moesten ons dus vandaag en morgen vermaken. Dat lijkt niet een probleem te zijn. Tenslotte willen we ook nog even naar de Tip en dat kan dan mooi morgen.
We reden alvast naar het noorden om een lunch te hebben aan het strand. We kwamen bij een strandplaatsje aan Loyalty Beach genaamd. Hier konden we onze gasflessen vullen. De eigenaresse vroeg of we ook zouden overnachten hier, want er zouden dansers komen die avond. De vrouw was heel vlot. ze liep in een soort overall met een grote blouse er over. Een echte Bushie.
We keken elkaar eens aan en overlegden dat we dat maar moesten doen. Een plekje hier uitzoeken, relaxen, wandelingetje langs het strand en vanavond naar de dansavond. Ook konden we ons inschrijven oor het diner bij het visrestaurant. Dit deden we dan ook maar, zodat we helemaal lui konden zijn.
De rest van de middag hielden we ons bezig dus met vakantiezaken. Toen merkten we echter ook hoe moe we eigenlijk waren. Ook geen wonder na tien intensieve dagen.
Het eten was heerlijk. Het diner begon later, ze moesten ons vragen hoe laat het was. Er was makreel en garnalen, inktvis, salades, gekookte en rauwe oesters. We konden zelf opscheppen en hadden daarna nog een toetje.
Toen supersnel naar de dansavond, want die zou om 8 uur beginnen. Dat betekent hier helemaal niets. Een danser was nog onderweg en werd zo tegen half negen verwacht. Dan zou de dans kunnen beginnen. Uiteindelijk begon de presentatie van dansgroep om tien voor negen. De presentator gaf een uitgebreide beschrijving van dansgroep en de historie van het dansen in Torres Strait. Het dansen begon vrij rustig. Een aantal meisjes dansten met traditionele peddels, die voorzien waren van een scherpe kant, zodat ze ook als wapens konden worden gebruikt. Nadat de mannen aan de beurt kwamen, soms samen met de meisjes, werden de dansen wilder en interessanter om te zien. De prentator nodigde mensen uit het publiek uit om mee te doen en leerde een dans aan, die daarna even werd voorgedaan door de professionele dansers.
De finale dansen waren spetterend en werden uitgevoerd met traditionele hoofdtooien, wat een extra effect gaf. Al met al een geslaagde avond en voor ons doen lagen we dan ook laat in bed.

Woensdag 16 juli

Wij hadden deze dag geen haast en begonnen dan ook rustig. De lucht was wat bewolkt, maar het was niet koud. Na het inpakken reden we naar Seisia om even met Hennie te bellen. De muntautomaat deed het echter niet meer op munten, je kon alleen nog een kaart geruiken, die wij niet hadden. Op de camping wist men ons te vertellen dat een kaart verkrijgbaar was in de plaatselijke supermarkt. Nadat dat geregeld was konden we eindelijk Hennie vertellen waar we zaten. Het was de eerste keer sinds een week dat we contact konden hebben.
Na het telefoontje door naar Bamaga, waar en ATM was, want wij waren door ons contante geld heen. De ATM bleek in de supermarkt te staan, die altijd van 08 – 18.30 open is, behalve vandaag. Hij was tot 13 uur gesloten. Dan eerst maar een cappuccino in het naastgelegen cafetaria, waarna wij op weg gingen naar ons uiteindelijke doel: De Tip, ofwel Cape York. Onderweg kwamen we middden in de bush langs Lockerbie. Hier was een winkeltje, de Crocshop, waar we even rondneusden. Evertje kocht wat armbanden, gemaakt van zeeslangenleer en een stubbycooler. We kregen hier wat advies hoe wehet beste onze dag konden doorbrengen. Dat hield in dat we eerst naar dde Tip gingen. De tocht erheen was al een aardig avontuur. De weg werd steeds smaller en we kwamen door hele stukken regenwoud. Uiteindelijk moesten we door creek, waarin volgens de informatie zeker krodillen zaten. Niet verkennen dus, gewoon erdoor. Na nog een paar kilometer kwamen we aan het einde van de weg, van waaruit we verder te voet moesten. Na een klauterpartij van ongeveer 2 kilometer kwamen we bij de plaats die werd aangegeven als het meeste noordelijke puntje van het vasteland van Australie. Wij waren daar niet de enigen, nog een twaalftal mensen stond daar om het bordje heen. Wij lieten ons fotograferen bij het bord en keken verder nog even rond. Plotseling zag ik een drietal dolfijnen opduiken. Deze bleven even voor de kust waarna ze weer richting zee zwommen. Toch wel even een mooi moment.
De weg terug naar de auto verliep zonder problemen en wij vervolgden onze weg naar Punsand Bay, waar we zouden lunchen. We hadden de keuze tussen de scenic route of een omweg over een goede weg. Wij kozen voor de scenic route, die een behoorlijke 4WD weg bleek te zijn, met veel mul zand, kreken en smalle doorgangen. Op enig moment reed ik onder een bijna omgevallen boom door. Met het puntje van het roofrack raakte ik een tak, waarop de hele boom omviel op het dak van de auto. Stoppen dus en kijken wat er aan de hand was. Gelukkig had de boom weinig schade aangericht, maar hij moest er wel weer af. Na enig draaien aan de takken konden we hem voorzichtig naast de auto laten zakken, zonder dat er verder schade ontstond. We deden bijna een uur over de track van 12 kilometer, maar het was een prachtige tocht.
Bij Punsand Bay aangekomen gebruikten we eerst onze lunch, waarna we het strand nog even opliepen. Ook dit was een heel mooi plekje.
Wij hadden nog de keuze om naar Somerset te rijden, een plaatsje met historie en aboriginal tekeningen. Gezien de tijd besloten we om terug te keren naar onze camping, ook omdat we nog wat dingen hadden te doen. Op de terugweg kwamen we weer langs Lockerbie, waarbij ook Holland Homestead hoorde. Wij liepen daar nog even naar binnen en kwamen in een soort museum terecht, waar te zien was hoe mensen hier leefden met dieren en natuur. Daarnaast was er kunst te zien, die in deze omgeving werd gemaakt. Er waren prachtige schilderijen bij. De eigenaar vertelde ons een en ander over deze plek, dat ging heel gemoedelijk, hij had alle tijd, zoals iedereen hier.
In Bamaga haalden we geld uit de ATM. De limiet bleek 100 dollar te zijn. Dat is niet veel, maar samen konden we dan toch weer tweehonderd dollar ophalen. Nog even een belletje met Irene en vervolgens naar de camping voor beer o'clock. Op het strand wachtten we op de zonsondergang, die niet heel spectaculair was, maar wel aardig om te zien met een pilsje in de hand.
Na het eten brachten we de avond in gepaste ledigheid door en gingen vroeg slapen.

Geen opmerkingen: