zondag 20 juli 2008

Vervolg vanaf 17 juli

Donderdag 17 juli,
Eve: Na dagen alles op te moeten ruimen bij het ontbijt, is het best lekker om nu gewoon de boel te kunnen laten staan.
Om kwart voor acht bij de boot en om acht uur vertrokken we richting Thursday Island, oftewel TI. Onderweg kregen we wat informatie over het eiland via een video. Eigenlijk heeft TI niet zo'n hele lange geschiedenis, omdat het nooit lang permanent bewoond is geweest. Dat kwam door het gebrek aan water. Bovendien was het eiland klein en gaf weinig mogelijkheden om vrouwen en kinderen te verstoppen in tijden van oorlog. Een eerste blanke nederzetting werd gevestigd in Somerset. Uiteindelijk werd hier het bestuur gevestigd van Torres Strait. Na een aantal jaren werd het bestuur verplaatst naar Thursday Island, waarbij het gebrek aan water geen probleem meer was, aangezien men de techniek van het bouwen van een reservoir kende.
Op het eiland werden we in een grote touringbus rondgereden. Christine was onze chaffeur annex gids. Ze stuurde de bus naar boven de Green Hill op waar een fort was waar vroeger een garnizoen soldaten had gezeten in de tijd dat er een dreiging vanuit Rusland was. We hadden op deze heuvel een prachtig uitzicht over het hele eiland. Onder het fort was een museum gemaakt, zodat we konden zien hoe de soldaten hadden geleefd. Eerlijk gezegd had ik er niet zoveel zin in, want ik heb al zoveel oorlogsmusea gezien. Gelukkig was er ook een ruimte dat ging over het parelduiken. Het eiland trok veel buitenlandse parelduikers aan, met name Japanners. Het is een bloeiende industrie geweest en het kostte heel wat duikers het leven.
Na veertig minuten moesten we weer in de bus op weg naar het kerkhof. Er was daar voor de Japanner een monument gemaakt omdat er bij het duiken zoveel zijn omgekomen.
Toen werden we weer naar de haven gebracht. Gelukkig hadden we van de receptioniste van de camping een paar tips gekregeen hoe je de rest van de dag je kon vermaken op het eiland. Haar eerst tip was om naar het cultureel centrum te gaan waar ze heerlijke koffie serveerden. Het bleek vlakbij te zijn en inderdaad de koffie was heerrlijk en het weer werd ook beter. Het was op de boot steeds bewolkt geweest, maar nu brak de zon door en werd het lekker warm. We aten een warme bananencake bij de koffie en die viel er goed in.
Het centrum was nog vrij nieuw en het zag er supermodern uit. We kregen een gids mee die ons het een en ander kon vertellen over de bewoners van de verschillende eilanden. Hij was zelf opgegroeid op een heel klein eilandje vlakbij Papua Nieuw-Guinea ( PNG ). De inwoners zijn multicultureel, want ze komen overal vandaan. De meesten waren afkomstig van Polynesie.
We keken nog even wat rond bij de schilderijen om te zien of er misschien iets tussen zat, maar we konden niets vinden van onze smaak en onze prijs. Wel kochten we een leuke ratelaar, gemaakt van dadelnotenomhulsels. Een leuk hebbedingetje om in de koffer te stoppen.
We lunchten ook in hetzelfde gebouw en namen kebabs met gerookte zalm, die veel weg hadden van de wraps die we de vorige dag hadden gehad in Punsand.
Hierna zijn we nog even in een parelwinkel geweest, maar we hadden niet zo heel veel tijd meer, dus hebben we alleen maar even gekeken.
Terug naar de boot. We vonden een mooi plekje boven aan dek, maar toen de boot echt goed vaart ging zetten kwamen er grote golven water over het dek, zodat we doornat werden. Gauw maar naar binnen, waar we heel comfortabel in vliegtuigstoelen konden zitten. We sliepen de reis terug en dat deden de meesten.
Bij de haven even gebeld met Reinier. Hij nam niet op, dus hebben we zijn mobiel ingesproken. Ook hebben we interhelp gebeld van de Rabobank, want JK's bankpas werd steeds geweigerd en we wilden weten wat er aan de hand was. We hadden ons limiet voor de maand juli verhoogd, omdat we direct bij aankomst al een groot bedrag bij de garage moesten betalen. Met een verhoging hadden we tenminste nog wat geld op deze creditkaart staan. Wat bleek? Hadden ze bij de bank in Buitenpost ons limiet voor de maand juni verhoogd! Heel slim allemaal, vooral als je bedenkt dat we de limietsverhoging op het eind van de maand juni hebben aangevraagd. Hier hadden we dus niks aan, bovendien kon interhelp alleen maar een creditkaart blokkeren in geval van verlies of diefstal. Gelukkig hebben we nog een Visa-kaart.
Hierna Adrian nog even gebeld om even weer wat positieve geluiden te horen.
Op de camping kwamen plotseling een aantal Duitse gasten. Ze namen een heel keukenblok in beslag, maar stonden op een gegeven heel raar om zich heen te slaan en ook werd er een vuurtje gestookt in de holte van de tafel. Nieuwsgierig als we waren gingen we eens kijken. Het bleek dat er een bijennest zich had genesteld in deze buizen. Het kleinste kind ( drie jaar ) was al gestoken. Wij boden onze aspevenin aan, maar ze bleken twee dokters in hun gezelschap te hebben en dus was er al het een en ander geregeld. We kwamen met een jonge man aan de praat en die bleek zelf, net als zijn vriendin in Australie te hebben gestudeerd. Toen ze studeerden hadden ze veel tijd om te reizen, maar geen geld. Nu hebben ze een goede baan, maar geen tijd. Zij hadden wel de Frenchmantrack gedaan. Het zijn toch weer die Duitsers.
Even voor zevenen liepen er een paar Aboriginals langs onze tent. Onze buurman vroeg aan hen wat ze van plan waren, want ze waren helemaal uitgedost. Ze zouden voor ons gaan dansen. JK wilde net met het eten beginnen, maar ik wilde naar de dansers. Ieder kreeg zijn zin. JK maakte alvast het eten klaar en ik ging kijken. Als ik dan weer terugkwam konden we direct beginnen.
De dansgroep begon pas om kwart over zeven ( viel nog mee ), maar ze waren maar met z'n zessen, drie volwassen mannen en drie kinderren, waarvan eentje pas drie jaar oud. Die danste ook mee. In vergelijking met onze vorige dansgroep stelde dit niet zoveel voor. Het was bovendien erg donker en de video kon het niet aan om het op te nemen. Ze deden maar een stuk of vijf dansen.
Ik kwam aan de praat met de vrouw die naast me stond. Zij was ook naar TI geweest en ik vroeg haar wat zij vond van de trip. Zij had, net als wij, een wat ontevreden gevoel. Het stelde eigenlijk niet veel voor. Ik nodigde haar uit om later nog bij ons te komen en wandelde samen met haar naar de auto. Ze beloofde niks, want ze wist niet wat haar partner zou gaan doen.
Wij gingen eten klaarmaken. JK had alles al voorbereidt en we kookten met het gasstel. Beef Stroganov.
We dronken nog wat en gingen naar bed. De vrouw en haar partner zijn niet gekomen.

Vrijdag 18 juli
Wij haddden wel het een en ander besproken, maar een afgepast doel hadden we niet. In ieder geval wilden we nog een paar dingen doen. Boodschappen, tanken, geld halen en een internetcafe zoeken. Bij de receptie hoorden we dat vlak bij een internetmogelijkheid was. Vlak bij de community. Wij reden er heen , maar ondanks het feit dat deze om 08.30 uur open zou moeten zijn was er om 09.30 uur nog niemand. Eerst maar boodschappen dus en een wandeling langs het strand en daarna nog eens kijken. Uiteindelijk was er een zwarte mevrouw, die de cleaninglady bleek te zijn. Zij vertelde dat de vrouw die er anders was een paar dagen weg was en er dus geen internet mogelijk was. We konden wel eens informeren mij de Council in het gebouw ernaast of iemand ons kon helpen. Dat deden we, maar daar kon men niets voor ons doen. Wel vertelden ze ons dat in Umagico, 3 kilometer verderop, ook een internetmogelijkheid was. Daar dus maar heengereden. Ook hier bleek degene die het runde op walkabout te zijn. Geen internet dus, maar ons werd aanbevolen om het in Injinoo te proberen. Daar zou men ons zeker kunnen helpen. Het verhaal bleef zich echter herhalen, ook hier was mevrouw op reis. Ook deze laatste mogelijkheid was dus vervallen.
Wij besloten dan maar onze reis voort te zetten en af te wachten wanneer wij weer internet zouden kunnen krijgen.
Op weg dus naar de veerboot over de Jardine river. Dat was niet zo ver en wij moesten even wachten. Vervolgens konden we de boot oprijden en terwijl ik de handrem aantrok voeren we al weer naar de overkant. De rivier is misschien 30 of 40 meter breed en men vroeg hier niet eens naar ons retourticket wat toch 88 dollar had gekost. In een paar minuten reden we op de andere kant verder. Onderweg moesten we verder onze plannen bepalen.
We konden nog een deel van de OTL pakken tot de watervallen, maar toen we eenmaal bij de kruising met de OTL waren hadden we niet echt veel zin om de track op te gaan. Het weer was ook niet echt aanlokkelijk. Het was bewolkt en af en toe miezerde het een beetje. We besloten om door te rijden naar Bramwell Station, waar we al eerder hadden gekampeerd. Deze keer volgden we de Southern Bypass Road, wat eigenlijk de grote weg naar het zuiden is. Het was een ruige gravelroad met veel corrucation. Veel schudden dus en af en toe grote klappen.
Om een uur of half vier waren we terug bij Bramwell Junction, waar wij onmiddellijk herkent werden en men ons naar onze ervaringen vroeg.
Vervolgens maakten wij ons kamp klaar en haalden hout uit de bush. Naast ons bleek een gezelschap motorrijders, 15 stuks, te zijn neergestreken. Deze deden een georganiseerde motortour van 8 dagen. Hun eten en drinken werden keurig verzorgd.
Wij moesten uiteraard voor ons eigen eten zorgen en daarvoor gebruikten we de campoven maar weer. Voor het gemak maar een paar blikken geopend en een pakje kruiden erbij. Ook dit smaakte weer prima. Op dezelfde camping waren mensen neergestreken die we al meerdere malen hadden gezien en we nodigden hen uit om nog even bij ons kampvuur aan te schuiven. Dat deden ze graag en wij praatten nog een paar uur met Russell en Valerie, die ook al flink wat van Australie hadden bekeken.

Zaterdag 19 juli
Eve: Rustig aan alles ingepakt. Afscheid genomen van Russel en Valerie toen zij als eersten vertrokken. “See you in Weipa”. Dat was ons beider doel en aangezien er maar een caravanpark in Weipa is zouden we elkaar vast weer tegenkomen.
Om tien uur vertrokken we richting Moreton. De weg was een beetje beter dan de vorige dag. En een uurtje later stonden we bij Moreton Station om te zien of ze de koffie al klaar hadden. Maar daar deden ze niet aan. Wel frisdrank. We vroegen hoe de 39 km lange track “Batavia Downs” was, want dan konden we die pakken en dat scheelde een heel eind ( 122 km ) omrijden. Maar als de track heel lastig is, weet je ook dat je maar 12km per uur aflegt. Tot onze opluchting vertelde ze dat het geen track meer was, maar een gewone gravel-road. De crossings waren volgegooid met stenen. Echter wel verkeerde volgens haar, want ze bleven schuiven.
De weg was heel fijn om op te rijden en de crossings gemakkelijk te nemen. Onderweg even koffie gedronken en gewandeld. Toen we weer een poosje op weg waren zag ik plotseling een vreemde tak aan de kant van de weg. Na nog eens goed kijken was het een hagedis die doodstil met zijn kop rechtop stond. Wij stopten en reden achteruit. En inderdaad, hij stond er nog steeds. Het leek wel zo'n kraaghagedis, maar deze was grijs. Toen we probeerden om snel een foto te maken spurtte hij het bos in. Jammer!
We kwamen al gauw op de weg naar Weipa. Deze wordt met name onderhouden door Comalco, de firma die de bauxietindustrie in Weipa exploiteert. Zij hebben er dus alle belang bij dat de aanvoer van goederen goed geregeld is. We hadden dan ook nog niet eerder zo'n goeie gravelroad meegemaakt en we reden met gemak 100 km per uur. En om twee uur reden we al Weipa binnen.
We besloten om in Weipa een hotel te nemen, want met name mijn spieren zaten op slot. Ik kon mijn kin moeilijk op mijn borst leggen en op mijn hurken zitten leverde ook problemen op aan mijn linkerbeen. Een of andere spier protesteerde daarbij vreselijk. Dit betekende voor mij dat een sanitaire stop in de natuur een pijnlijke onderneming is. Dus maar eens een goed bed. En een flinke nachtrust. De afgelopen nacht waren we ook nog eens wakker gehouden door een blerend kind. Rust was de remedie en vandaar dat we naar een hotel gingen zoeken.
Die vonden we al gauw, het Heritage Resort. We boekten voor twee dagen, want dan konden we maandagmorgen met de tour mee naar de mijn. Echter, toen we wilden boeken bij de camping vlak naast het Resort, bleek dat we alleen maandagmiddag met een tour meekonden. Nog maar een nacht erbij. op de camping kwamen we Ian en Robin ook weer tegen en we praatten elkaar even bij. Russel en Valerie waren ook al aangekomen, maar ze waren niet thuis. We zien ze vast wel weer op de tour naar de mijn.
Op de teruggweg nog even met Irene gebeld. Zij had de e-mail ontvangen en de tekst op onze weblog gezet. Toen afscheid van haar genomen, want zij gaan morgen op vakantie naar Noorwegen.
“Happy hour” kenden ze hier ook en daar maakten we dankbaar gebruik van. We namen een fles heerlijke wijn en dronken die bij het zwembad, waar de tafels keurig gedekt klaarstonden. De eigenaar kwam langgs voor een praatje en was niet meer weg te slaan. Hij runde dit Resort vanaf 2004 en was al vanaf 2000 in de zaak aan het werk. Zijn vrouw kwam ook gezellig langs met een geweldig grote langharige kat. Dat was hun kind. Net zoals een witte kaketoe, die vrij rondscharrelde tussen de gasten.
We bestelden een entree van brood. Dit was geroosterd brood mett basilicumolie met knoflook. Hierop lagen was gesnipperde uitjes en tomaat. Heerlijk! Nog maar een fles wijn. Het hoofdggerecht was Barramundi-filet met patatjes en een salade. Ook dit was smullen. Op het toetje moesten we 20 minuten wachten, maar omdat we steeds werden onderhouden door de eigenaar en zijn vrouw
was het wachten helemaal niet erg. Nog maar een fles wijn. Toen kwam het toetje: op een caramelsaus lagen hele fijne plakjes geroosterde appel met kaneel in een cirkel neergelegd met in het midden een flinke bol roomijs. Op de rand van het bord lag chocoladepoeder. Wat was dat heerlijk. Zeer voldaan, een beetje aangeschoten gingen we met de nog resterende wijn naar onze kamer.
Daar rolden we tonnetje rond in bed.

Geen opmerkingen: